Complete samenvatting van biologie 4,5,6 - Thema 4: Transport § Bij eencellige organismen ⭢ - Studeersnel (2024)

Goede samenvatting

Vak

biologie (MAX1)

20Documenten

Studenten deelden 20 documenten in dit vak

Studiejaar: 2018/2019

Geüpload door:

Reacties

inloggen of registreren om een reactie te plaatsen.

Preview tekst

Thema 4: Transport

§

Bij eencellige organismen ⭢ transport over kleine afstand ⭢ diffusieGrotere dieren ⭢ vatenstelsel (buisjes) ⭢ circulair + pomp (hart)Planten:Houtvaten ⭢ water en mineralen (zouten) van wortels via de stengelsnaar de bladeren ⭢ anorganische sapstroom (⭡) - gebeurt in de worteluiteinde waar cellen van epidermis (opperhuid) zijn uitgegroeid tot wortelharenDoor osmose diffundeert er water naar de centrale cilinder ⭢ druk ⭢ deworteldruk ⭢ stijgt ⭢ bandjes van Caspary zorgen dat het niet terugstroomtBastvaten ⭢ water en assimilatieproducten (grote) vanuit bladeren naaralle delen van de plant ⭢ organische sapstroom (⭣)In de zomer word zetmeel afgebroken tot suiker en is dan eensuikerbron, het suiker gaat naar de vruchten enz, ook kan de suiker vanfotosynthese komen.Bij capillaire werking stijgt vloeistof in een smal buisje (is mogelijkdoordat houtvaten nauw zijn) ⭢ watermoleculen trekken elkaar aan doorcohesiekrachten en plakken aan de celwanden door adhesiekrachten ⭢zwaarder dan zwaartekracht dus omhoogWater verdampt vanuit de luchtholten en celtussenruimte naar buiten viahuidmondjes (opening in epidermis van blad of stengel)Planten regelen waterbehoefte door huidmondjes open en dicht te doen.Geleedpotige hebben een open circulatiesysteem ( = vloeistof metopgeloste stoffen stroomt rond).Gewervelde dieren hebben een bloedsomloop = gesloten ( = bloedgescheiden van andere lichaamsvloeistoffen)

Enkelvoudige bloedsomloop: het bloed stroomt 1x door het hart peromloop.Dubbele bloedsomloop: het bloed stroomt 2x door hethart per omloop. (hogere druk)Je ziet een linkerharthelft en een rechterharthelft.Rechts pompt het bloed naar de longen ⭢ naarLinkerharthelft = kleine bloedsomloop ( neemt zuurstofop en geeft koolstofdioxide af).De linkerhelft pompt het bloed door heel het lichaam ⭢door alle organen ⭢ terug naar de rechterhelft = grotebloedsomloop (zuurstof en voedingsstoffen (glucose)afgegeven aan de cellen, koolstofdioxide en andereafvalstoffen uit de cellen opgenomen in het bloed)§Over het hart lopen bloedvaten: de kransslagaders (aftakking van aorta⭢ zuurstof en voedingsstoffen) & kransaders (koolstofdioxide enafvalstoffen worden afgevoerd, monden uit in rechterboezem)Links en rechts gescheiden door harttussenwand, elke helft heeftboezem en kamer. Boezem en kamer met hartkleppen.Aan het begin van aorta en longslagader zitten halvemaanvormigekleppen.Bloed komt hart binnen via bovenste en onderste holle ader, monden uitin rechterboezem ⭢ rechterkamer ⭢ longslagader ⭢ beide longen ⭢linkerboezem ⭢ linkerkamer ⭢ aorta ⭢ organen.

§

55% van bloed = bloedplasma ⭢ water met opgeloste stoffen en plasma-eiwitten ⭢ vervoert zuurstof, voedingsstoffen, afvalstoffen, regelendestoffen (enzymen/hormonen) en beschermende stoffen ⭢ tempratuur 38in stand houdenRode beenmerg = rode, witte bloedcellen en bloedplaatjes ontstaan uitstamcellen hiervanRode bloedcellen ⭢ geen celkern, leven kort, aanmaak rode bloedcellenwordt gestimuleerd door hormoon epo (geproduceerd door nieren,afhankelijk van zuurstofvoorziening), bevatten hemoglobine (rode kleur,ijzeratomen) voor transport zuurstof en CO2, bij bloedarmoede bevatbloed te weinig hemoglobine. Ze worden afgebroken in rode beenmerg,milt of lever ⭢ ijzer die vrij komt wordt benut bij nieuwe maken.Bloedplaatjes = delen van uiteengevallen cellen, functie bij bloedstolling(bloed klontert en word hard).Fibrinogeen = omgezet tot fibrine en vormt draden waarin bloedcellenblijven hangen ⭢ hoopje ⭢ korstje ⭢ wond helenStollingsfactoren ⭢ in lever gevormd (vitamine K nodig)Vloeistof die uit je wond wordt geperst = bloedserum ( bloedplasmazonder fibrinogeen)Witte bloedcellen = afweer tegen ziekte, celkern, geen vaste vorm (doorwand van haarvaten heen), sluiten bacteriën in (als ze zelf ook doodgaan ⭢ etter of pus), dode rode bloedcellen worden opgeruimd ofantistoffen produceren§Bloeddruk in haarvat is hoger dan omliggende weefsel ⭢ bloedplasmanaar buiten geperst ( bevat zuurstof, voedingsstoffen, hormonen enkleine plasma-eiwitten) ⭢ in het weefsel buiten de haarvaten heet hetweefselvloeistof (tussen cellen van weefsels)

Overtollig weefselvloeistof wordt opgenomen in fijne lymfevaten en wordtdan lymfe genoemd, lymfe bevat oa CO2, andere afvalstoffen,hormonen, antistoffen, en deel van zuurstof en voedingsstoffen die zijnopgenomen door de cellen. - Stroomt in 1 richting door kleppen - Stroming komt door samentrekking van omliggende spierenDeel van lymfesysteem ⭢ fijne lymfevaten worden grote lymfevaten ⭢terecht in 2 grote: rechterlymfestam en borstbuis ⭢ monden uit in adersonder sleutelbeenderenIn lymfesysteem liggen lymfeknopen (klieren), in hals/oksel/liezen ⭢ inknoop bevind zich lymfocyten (witte bloedcel) ⭢ zuivert lymfe van oaziekteverwekkersOedeem = hoopt weefselvloeistof zich op in het weefsel

Thema 5: Gaswisseling en uitscheiding

§

Ademhalingsstelsel: longen en luchtwegenGaswisseling: neem je gassen op en geef je gassen af aan de lucht

Huidmondje ⭢ opening in opperhuid ⭢ O2 & CO2 door diffusieuitgewisseld tussen bladcellen en lucht via luchtholten & huidmondjes ⭢onderkant bladeren ⭢ omgeven door 2 sluitcellen§Borstholte ⭢ liggen de longen in ⭢ onderkant begrenst door middenrif ⭢zijkanten door ribben en binnenste en buitenste tussenribspierenBij normaal ademhalen vinden de volgende ademhalingen plaats:Ribademhaling (borstademhaling) ⭢ ribben en borstbeen bewegenMiddenrifademhaling (buikademhaling) ⭢ middenrif beweegtRustige inademing ⭢ buitenste tussenribspieren trekken samen ⭢ ribbenen borstbeen omhoog en naar voren & middenrif plat af ⭢ organen inbuikholte weggedrukt ⭢ buik iets naar voren ⭢ volumevergrotingborstholte ⭢ volumevergroting longen ⭢ luchtdruk longen lager danbuitenlucht ⭢ inademingAls deze spieren ontspannen ⭢ rustige uitademingDiepe uitademing ⭢ binnenste tussenribspierenDiepe inademing ⭢ buitenste tussenribspieren, middenrifspieren &bepaalde spieren in de halsAdemvolume ⭢ aantal L lucht je in en uitademt (niet alles bereikt delongblaasjes ⭢ dode ruimte ⭢ plek in luchtweg waar geen gaswisselingplaats vindt)Restvolume ⭢ lucht dat achter blijft in de longenVitale capaciteit ⭢ hoeveelheid lucht die in één ademhaling maximaalkan worden verplaatstLongcapaciteit ⭢ vitale capaciteit + rest volume

§

Lever ⭢ rechtsboven in buikholte tegen middenrif ⭢ bestaat uitzeshoekige leverlobjes (hoekpunten zitten aftakkingen van de poortaderen leverslagader & galgang )Cellen van de lever produceren gal ⭢ gal emulgeert (omzetten naarkleine druppels) vetten en oliën ⭢ gal wordt verzameld en tijdelijkopgeslagen in de galblaas ⭢ twaalfvingerige darmAfbraak hemoglobine uit dode rode bloedcellen ⭢ bilirubine (& ijzer doewordt opgeslagen in de lever)⭢ via de lever door de galwegen ⭢ bruinekleur ontlasting - Lever slaat glucose op in de vorm van glycogeen - Eiwitten gevormd uit aminozuren (via poortader) in de lever - Overtollige aminozuren worden afgebroken ⭢ ammoniak⭢ ureum ⭢ word aan het bloed afgegeven en uitgescheiden door de nieren - Kan bepaalde hoeveelheid vet opslaan - Bij ontgiften van bloed haalt de lever lichaamsvreemde stoffen uit het bloed en maakt ze onwerkzaam§Nieren liggen in de buikholte, links en rechts van de wervelkolomVia nierslagader komt zuurstofrijk bloed in de nieren ⭢ overtollige enschadelijke stoffen ⭢ nieren verwijderen dit ⭢ nieraders stroomt bloed uitde nier3 delen van de nier: - Nierschors ⭢ urine gevormd & per nier miljoen niereenheden - Niermerg ⭢ urine gevormd & per nier miljoen niereenheden - Nierbekken ⭢ urine verzameldUrine ⭢ water, zouten & schadelijke stoffen die uit het bloed zijnverwijderd ⭢ via urineleiders ⭢ naar urineblaas ( urine tijdelijkopgeslagen) ⭢ naar de urinebuis (afgevoerd)

pigmentcellen (melanocyten ⭢ vormen donkere pigment melanine⭢ beschermt de delende cellen in kiemlaag tegen schadelijkeinvloed van uv-straling in zonlicht) ⭢ liggen geen bloedvaten, epitheelcellen krijgenvoedingsstoffen en zuurstof van de weefselvloeistof vanuit de lederhuid⭢ door opperhuid heen groeien haren uit haarzakjes ⭢daarin zitten talgklieren ⭢ geven talg af ⭢ vettige stof die haar enhoornlaag soepel houdLederhuid ⭢ zenuwcellen, uitlopers van zenuwcellen, haarspiertjes,bloedvaten en zweetklieren & onder de huid ligt onderste bindweefsel(ligt vet opgeslagen ⭢ beschermd vitale organen & isolatie)Thermoregulatie: gewenstelichaamstempratuur in standhouden of herstellen ⭢hypothalamus

Thema 6: Afweer

§

Ziekteverwekkers ⭢ organismen uit de omgeving die je ziek kunnenmaken (ook wel pathogenen genoemd) ⭢ virussen en bacteriënBesmetting ⭢ ziekteverwekker dringt het inwendige milieu binnenInfectie ⭢ ziekteverwekker gaat zich in inwendige milieuvermenigvuldigenZiekte ⭢ schadelijke lichamelijke of psychische aandoening die ontstaatdoor ziekteverwekkerVirussen:Inwendig milieu ⭢ bloed, lymfe, weefselvocht of cellen

Uitwendig milieu ⭢ omgeving buiten je lichaam, longen, verteringsstelsel,mond/neus holtes(door een celmembraan = inwendig milieu)Lichaamsvreemd ⭢ stoffen of cellen die niet in je lichaam thuis horen ⭢afweersysteem beschermt je hier tegenLichaamseigen ⭢ stoffen of cellen worden door je lichaam gemaakt ofzijn onderdeel van je lichaam 1) Ziekteverwekker in je lichaam (niks aan de hand) 2) Besmetting (ziektewekker is in interne milieu) 3) Infectie (doelcel is gevonden, ziekteverwekker vermenigvuldigd) 4) Ziekte (je krijgt klachten)Mechanische afweer ⭢ fysieke aanpassingen om indringers buiten tehouden (huid en slijmvliezen vormen eerste bescherming tegen gevarenvan buitenaf)Chemische afweer ⭢ gebruik van stoffen om indringers buiten te houden(maagsap, door zeer lage pH)Planten: - Mechanische afweer ⭢ stekels - Chemische afweer ⭢ giftige stoffen - Indirecte afweer ⭢ maakt een lokstof aan die de natuurlijke vijand van zijn belager aantrekt§Aangeboren afweer (aspecifieke afweer) ⭢ gericht tegen veelverschillende ziekteverwekkers zoals bacterie en lichaamsvreemdestoffen/cellen, dient als snelle eerste afweer tegen infectieVerworven afweer ⭢ ontwikkel je gedurende je leven, tegen één typeziekteverwekker en komt alleen voor bij gewervelde dierenLymfoïde organen ⭢ belangrijke organen van het afweersysteem:beenmerg, thymus (maakt geheugencellen), milt, lymfeknopenRode beenmerg ⭢ fa*gocyten (aangeboren afweer) en lymfocyten(verworven afweer) ⭢ in het bloed ⭢ bestrijden lichaamsvreemdevirussen en bacteriënSommige lymfocyten ontwikkelen na hun ontstaan in thymus.

Als APC juiste heeft gevonden ⭢ lymfocyt geactiveerd ⭢ T-lymfocytenkunnen ontwikkelen tot T-helpercellen of cytotoxische T-lymfocyten ⭢kunnen differentiëren tot T-geheugencellenB-plasmacellen ⭢ maken specifieke antistoffen tegen de antigeen vaneen ziekteverwekkerAntistof ⭢ eiwitten die zich binden aan de antigenen van deziekteverwekker ⭢ onschadelijk ⭢ antigeen-antistofcomplex ⭢sleutelslot-principe§Incubatietijd ⭢ tijd tussen het binnendringen van de ziekteverwekker enhet optreden van de eerste ziekteverschijnselen ⭢ bij voldoendeantistoffen verdwijnen de verschijnselen ⭢ primaire reactieSecundaire reactie ⭢ bij 2 e besmetting met dezelfde antigeen zorgen degeheugencellen voor vrijwel gelijk antistoffen ⭢ geenziekteverschijnselen ⭢ door primaire reactie immuun gewordenNatuurlijke immuniteit ⭢ die wordt verkregen als reactie op hetbinnendringen van een ziekteverwekkerKunstmatige immuniteit ⭢ wordt opgewekt door opzettelijke blootstellingaan antigeenImmunisatie ⭢ opwekken immuniteit ⭢ bijvoorbeeld vaccinatie ⭢toedienen van een stof die afweersysteem activeert en daardoorimmuniteit opwektActieve immunisatie ⭢ iemand door vaccinatie immuun word ⭢antigenen ingespoten

Passieve immunisatie ⭢ worden antistoffen ingespoten ⭢ geengeheugencellen (kortdurig)§Transplantatie ⭢ aangetast weefsel of orgaan vervangen - Nieuwe weefsel/orgaan kan afkomstig zijn van de patiënt zelf ⭢ acceptor - Donor ⭢ afkomstig van iemand anders ⭢ kans op afstotingsreactie ⭢ eiwitten op celmembraan die worden gezien als antigenenHLA ⭢ systeem waarbij eigen cellen worden onderscheiden vanlichaamsvreemde cellen ⭢ voorafgaand aan een transplantatie word ergekeken of HLA match met donorSamengeklonterde bloedcellen blijven steken in de haarvaten en gaanten gronde ⭢ komt hemoglobine vrij ⭢ heet hemolyse ⭢ kan hersenen ennierbeschadiging en zelfs lijden tot doodResusfactorRh+Rh- ⭢ kunnen antistof (antiresus) maken als ze in contact komen met +(primaire reactie ⭢ klontert en treed hemolyse op)Resuskindje ⭢ 2 e kind ⭢ moeder heeft antiresus gemaakt bij 1ste kind(Rh- moeder, Rh+ kind)

Complete samenvatting van biologie 4,5,6 - Thema 4: Transport § Bij eencellige organismen ⭢ - Studeersnel (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Wyatt Volkman LLD

Last Updated:

Views: 6093

Rating: 4.6 / 5 (46 voted)

Reviews: 93% of readers found this page helpful

Author information

Name: Wyatt Volkman LLD

Birthday: 1992-02-16

Address: Suite 851 78549 Lubowitz Well, Wardside, TX 98080-8615

Phone: +67618977178100

Job: Manufacturing Director

Hobby: Running, Mountaineering, Inline skating, Writing, Baton twirling, Computer programming, Stone skipping

Introduction: My name is Wyatt Volkman LLD, I am a handsome, rich, comfortable, lively, zealous, graceful, gifted person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.